Berichtmelding buiten het systeem


Berichtmelding buiten het systeem

U kunt de optie Berichtmelding buiten het systeem zodanig instellen dat CallPilot u belt op een toestelnummer, telefoonnummer of pager als er een bericht voor u is.

Op de pagina Berichtmelding buiten het systeem kunt u zien of de berichtmelding is in- of uitgeschakeld. Het bericht "Melding is NIET ingeschakeld" of "Melding is WEL ingeschakeld" wordt weergegeven.

U kunt de berichtmelding in- of uitschakelen door het bijbehorende selectievakje te markeren. U kunt ook de bestemmingen en de begin- en eindtijd voor de berichtmelding instellen en selecteren van welk soort berichten u een melding ontvangt.

U kunt op maximaal vijf verschillende bestemmingsnummers een berichtmelding ontvangen. Als na een bepaald aantal pogingen een bestemmingsnummer de oproep niet beantwoordt, wordt de oproep doorverbonden naar het volgende nummer in de rij. CallPilot kan bijvoorbeeld eerst een oproep naar uw autotelefoon plaatsen om u te laten weten dat u een bericht hebt. Als de oproep niet wordt beantwoord, wordt deze vervolgens doorgeschakeld naar uw nummer thuis. Als de oproep dan nog steeds niet wordt beantwoord, gaat de oproep door naar uw pager, enz. De systeembeheerder bepaalt na hoeveel pogingen een oproep wordt doorverbonden.

Als het bestemmingstype een telefoon of toestel is, dient u een begin- en eindtijd op te geven. De begin- en eindtijden gelden voor alle vijf nummers. U hoeft geen begin- en eindtijd op te geven als de bestemming een pager is. De Berichtmelding buiten het systeem wordt gestart op de begintijd. Stel de begintijd in op de tijd waarop u oproepen kunt ontvangen via het telefoonnummer van de bestemming.

U kunt bestemmingen toevoegen, wijzigen of verwijderen door op Toevoegen, Wijzigen of Verwijderen te klikken. U kunt de volgorde van de meldingsbestemmingen wijzigen door op Omlaag te klikken om een bestemming in de lijst een plaats naar beneden te verschuiven.

Opmerking: Neem contact op met de systeembeheerder als u toegang tot Berichtmelding buiten het systeem wenst terwijl dit niet is ingeschakeld in uw postbus.

Een bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem toevoegen

  1. Klik op Toevoegen om een bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem in te voeren.
    Het scherm Meldingsbestemming verschijnt. De knop Toevoegen verschijnt alleen als er minder dan vijf bestemmingen voor Berichtmelding buiten het systeem zijn.
  2. Selecteer Toestel en voer in het vak Toestel het toestelnummer in.

    of
    Selecteer Pager en voer in het vak Pager het nummer van de pager in. Voer in het vak Pagerreeks de pagerreeks in.
    Het nummer van de pager en de pagerreeks mogen samen niet meer dan 29 tekens bevatten.

    of
    Selecteer Telefoon en voer in het vak Telefoon het telefoonnummer in.

    Opmerking: Als u niet beschikt over de functie om naar buiten te bellen, moet de bestemming het nummer van een ander toestel zijn. Als u beschikt over de functie om naar buiten te bellen, kunt u een toestel, pager of een andere telefoon als bestemming kiezen.
    Neem contact op met de systeembeheerder als u naar buiten wilt kunnen bellen en deze functie niet is ingeschakeld voor uw postbus.

  3. Klik op Verzenden.
    De pagina Berichtmelding buiten het systeem wordt weergegeven.
  4. Opmerking: Bij het instellen van Berichtmelding buiten het systeem kunt u speciale tekens aan het bestemmingsnummer toevoegen. Speciale tekens zijn pauzes of andere kiesinstructies die u kunt toevoegen als dit vereist is voor toegang tot het netwerk of een bestemmingsnummer. Twee van deze tekens zijn P of p en D of d. Een P is een pauze van vier seconden en een D is een pauze van twee seconden voor herkenning van de kiestoon. Neem als voorbeeld de tekenreeks 9P5554726. De 9 staat voor een extern nummer, de P voor een pauze van vier seconden en 5554726 is het externe telefoonnummer.

  5. Selecteer Melding inschakelen.
  6. Voer in het vak Begintijd de begintijd in voor Berichtmelding buiten het systeem.
    Voer de tijd in volgens de indeling UU:MM. Bijvoorbeeld 06:15.

    Opmerking: Gebruik voor het invoeren van de uren de getallen 1 tot en met 12. Als u een systeem met 24-uursnotatie hebt, gebruikt u de getallen 0 tot en met 23. Voor het invoeren van de minuten kunt u de getallen 00 tot en met 59 gebruiken.

  7. Selecteer AM of PM.
    Deze knoppen verschijnen niet als u een systeem met 24-uursnotatie hebt.
  8. Voer in het vak Eindtijd de eindtijd in voor Berichtmelding buiten het systeem.
    Voer de tijd in volgens de indeling UU:MM. Bijvoorbeeld 11:30.
  9. Selecteer AM of PM.
    Deze knoppen verschijnen niet als u een systeem met 24-uursnotatie hebt.
  10. Selecteer Alleen urgente berichten of Alle nieuwe berichten.
  11. Klik op Verzenden.
    De pagina Berichtmelding buiten het systeem wordt opnieuw geladen met de nieuwe informatie voor Berichtmelding buiten het systeem.
  12. Opmerking: Bij het instellen van Berichtmelding buiten het systeem kunt u speciale tekens aan het bestemmingsnummer toevoegen. Speciale tekens zijn pauzes of andere kiesinstructies die u kunt toevoegen als dit vereist is voor toegang tot het netwerk of een bestemmingsnummer. Twee van deze tekens zijn P of p en D of d. Een P is een pauze van vier seconden en een D is een pauze van twee seconden voor herkenning van de kiestoon. Neem als voorbeeld de tekenreeks 9P5554726. De 9 staat voor een extern nummer, de P voor een pauze van vier seconden en 5554726 is het externe telefoonnummer.

Een bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem wijzigen

  1. Selecteer Wijzigen voor de bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem die u wilt wijzigen.
    De pagina Meldingsbestemming wordt weergegeven.
  2. Wijzig de bestemming.
    Selecteer Toestel en voer in het vak Toestel het toestelnummer in.

    of
    Selecteer Pager en voer in het vak Pager het nummer van de pager in. Voer in het vak Pagerreeks de pagerreeks in.
    Het nummer van de pager en de pagerreeks mogen samen niet meer dan 29 tekens bevatten.

    of
    Selecteer Telefoon en voer in het vak Telefoon het telefoonnummer in.

    Opmerking: Als u niet beschikt over de functie om naar buiten te bellen, moet de bestemming het nummer van een ander toestel zijn. Als u beschikt over de functie om naar buiten te bellen, kunt u een toestel, pager of een andere telefoon als bestemming kiezen.

  3. Klik op Verzenden.

De volgorde van bestemmingen voor Berichtmelding buiten het systeem wijzigen

Selecteer Omlaag in de kolom Volgorde voor de bestemming die u wilt wijzigen. De geselecteerde bestemming zakt vervolgens één plaats in de tabel. De opdracht Omlaag is niet beschikbaar voor de laatste bestemming in de lijst.

Een bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem verwijderen

Selecteer Verwijderen voor de bestemming voor Berichtmelding buiten het systeem die u wilt verwijderen.

01.04