Vooraf ingestelde faxbestemming
U kunt vooraf een bestemming instellen waar uw faxen worden afgedrukt. De pagina Vooraf ingestelde faxbestemming bevat een of twee tekstvelden. Als u beschikt over de functie om naar buiten te bellen, kunt u zowel een toestelnummer als een telefoonnummer invoeren als vooraf ingestelde faxbestemming. Als u niet over deze functie beschikt, kunt u een toestelnummer invoeren.
 |
Opmerking: Neem contact op met de systeembeheerder over het configureren van de codes voor het coderen van faxen als u toegang tot Vooraf ingestelde faxbestemming wenst terwijl dit niet is ingeschakeld in uw postbus.
|
Vooraf ingestelde faxbestemming instellen
- Selecteer Toestel en voer het toestelnummer in.
of
Selecteer Telefoon en voer het telefoonnummer in.
Het telefoonnummer mag alleen cijfers en #, *, P, D, p of d bevatten.
- Klik op Verzenden.
 |
Opmerking: Bij het instellen van een vooraf ingestelde faxbestemming kunt u speciale tekens aan het bestemmingsnummer toevoegen. Speciale tekens zijn pauzes of andere kiesinstructies die u kunt toevoegen als dit vereist is voor toegang tot het netwerk of een bestemmingsnummer. Twee van deze tekens zijn P of p en D of d. Een P is een pauze van vier seconden en een D is een pauze van twee seconden voor herkenning van de kiestoon. Neem als voorbeeld de tekenreeks 9P5554726. De 9 staat voor een extern nummer, de P voor een pauze van vier seconden en 5554726 is het externe telefoonnummer.
|
01.04